Primary school ZP

Opdrachtgever: GO! Gemeenschapsonderwijs
Locatie: Sint-Agatha-Berchem
Realisatie: 2003 – 2011
Ontwerpteam: David Driesen, Tom Verschueren, Hans Verbessem, Sacha Bratkowsky, Michaël De Roeck
Ingenieur Stabiliteit: SMB
Ingenieur Technieken: Vitech
Fotografie: Exterior: Serge Brison, Interior: Frederik Vercruysse
Schaal: 1350 m²
Publicaties


Het ontwerp van basisschool Zavelput is een gevolg van een architectuurwedstrijd in 2003. dmvA stond voor de opdracht 6 klaslokalen en een polyvalente zaal te ontwerpen voor Basisschool Zavelput in Sint-Agatha-Berchem. Door het sterk toegenomen aantal leerlingen kampte de school namelijk met plaatsgebrek. Het resultaat is een laag energetisch gebouw met als waarden K37 en E62. Het compacte bouwvolume en het gebruik van beton en betonblokken als thermisch inerte materialen liggen mede aan de basis van deze karakteristieken.

De complexiteit van de plek, de beperkte openheid naar de straat en een Nederlandstalige school in Franstalige omgeving leidde tot een moeizaam, maar flexibel proces van ontwerp tot start der werken. Doorheen het proces was het ontwerp gelinieerd aan de strakke eisen van de financiële norm voor scholen. In nauwe samenwerking met de medewerkers van het GO werd er steeds gezorgd dat het ontwerp binnen deze norm bleef. In de loop van het dossier en bij uitvoering zijn er nog enkele extra’s gevraagd zoals de uitwerking van de keuken, een parking… waardoor de aanbestedingsprijs licht werd overschreden.

Op stedenbouwkundig niveau is de school gelegen op een cruciale site. De voorzijde is gelegen in een stedelijk weefsel van straten met lintbebouwing. Het schoolterrein zelf maakt door zijn campus-morfologie deel uit van een groter achtergelegen groengebied. De bouwplaats voor het nieuwe schoolgebouw wordt gekenmerkt door grote niveauverschillen, oplopend van de straat naar achter toe. Aan de straatzijde is de site gelegen op de hoek van de Hoogveldlaan en de Gulden Koornlaan. De open structuur van het perceel doet zich hier dan ook des te meer voor als een gapende wonde in het stedelijk weefsel. Opvallend is ook het verschil in bebouwingsvorm tussen de twee belendende percelen.

Het gebouw is opgevat als een versmelting van twee typologieën: aan de straatzijde vormt het met zijn drie lagen een voortzetting en afsluiting van de bestaande lintbebouwing; aan de achterzijde ligt het langgerekte, 2 lagen tellende gebouw voor een groot deel verzonken in het terrein en refereert zo aan de bestaande paviljoenen op het terrein. Samen met de grens tussen gebouwtypologieën vervaagt ook de grens tussen stad en groen: tussen het nieuwe gebouw en het bestaande paviljoen dringt een interne straat het schoolterrein binnen. Een grote schuifpoort sluit deze straat af terwijl het hoofdgebouw na de schooluren afzonderlijk toegankelijk kan blijven.

De dualiteit tussen de stringente stedelijkheid en de frivoliteit van in het landschap gestrooide paviljoenen is er één van orde en chaos, hard en zacht, kennis en creativiteit, inspanning en ontspanning, studie en spel... Kinderen leren omgaan met deze dualiteit is een belangrijke pedagogische opdracht. Deze dualiteit wordt dan ook weerspiegeld in de vormgeving en materialiteit van het gebouw. Voor de bakstenen huid zijn zeven verschillende soorten gevelstenen en metselwerkverbanden gebruikt. Het speelse effect van de lappendeken doorbreekt de betrekkelijk eentonige volumetrie van de school.

Op stedenbouwkundig niveau is de school gelegen op een cruciale site. De voorzijde is gelegen in een stedelijk weefsel van straten met lintbebouwing. Het schoolterrein zelf maakt door zijn campus-morfologie deel uit van een groter achtergelegen groengebied. De bouwplaats voor het nieuwe schoolgebouw wordt gekenmerkt door grote niveauverschillen, oplopend van de straat naar achter toe. Aan de straatzijde is de site gelegen op de hoek van de Hoogveldlaan en de Gulden Koornlaan. De open structuur van het perceel doet zich hier dan ook des te meer voor als een gapende wonde in het stedelijk weefsel. Opvallend is ook het verschil in bebouwingsvorm tussen de twee belendende percelen.

Het gebouw is opgevat als een versmelting van twee typologieën: aan de straatzijde vormt het met zijn drie lagen een voortzetting en afsluiting van de bestaande lintbebouwing; aan de achterzijde ligt het langgerekte, 2 lagen tellende gebouw voor een groot deel verzonken in het terrein en refereert zo aan de bestaande paviljoenen op het terrein. Samen met de grens tussen gebouwtypologieën vervaagt ook de grens tussen stad en groen: tussen het nieuwe gebouw en het bestaande paviljoen dringt een interne straat het schoolterrein binnen. Een grote schuifpoort sluit deze straat af terwijl het hoofdgebouw na de schooluren afzonderlijk toegankelijk kan blijven.

De dualiteit tussen de stringente stedelijkheid en de frivoliteit van in het landschap gestrooide paviljoenen is er één van orde en chaos, hard en zacht, kennis en creativiteit, inspanning en ontspanning, studie en spel... Kinderen leren omgaan met deze dualiteit is een belangrijke pedagogische opdracht. Deze dualiteit wordt dan ook weerspiegeld in de vormgeving en materialiteit van het gebouw. Voor de bakstenen huid zijn zeven verschillende soorten gevelstenen en metselwerkverbanden gebruikt. Het speelse effect van de lappendeken doorbreekt de betrekkelijk eentonige volumetrie van de school.