Jeugddomein De Hoge Rielen
Jeugddomein De Hoge Rielen

De Hoge Rielen is een verblijfsdomein waar multifunctionele activiteiten en innoverende natuur-educatieve initiatieven voor de jeugd worden georganiseerd. Om het project te kunnen kaderen, moeten we terugkeren naar de jaren ‘60 toen het domein Hoge Rielen is ontstaan als militair landschap tijdens de Koude Oorlog. Het Britse leger creëerde opslagloodsen en kampen doorheen Europa om snel te kunnen reageren bij militaire onrust. Wanneer de loodsen uiteindelijk effectief in Kasterlee opgebouwd waren, was het militaire concept met lokale uitvalbasissen echter achterhaald. Hierdoor heeft het domein slechts acht jaar lang een militair doeleind gehad. Sinds 1976 wordt het gebied als jeugdaccommodatie gebruikt. In die tijd werd er geen waarde toegekend aan het militaire historisch erfgoed en dat zie je aan de manier waarop ze met de loodsen omgingen.
Verschillende loodsen werden ingrijpend verbouwd om te dienen als verblijfsgebouw. In 2004 werd een masterplan opgesteld door Studio Secchi & Viganó dat het domein opdeelt in een natuurlijke, militaire en pedagogische laag waarbij er wél waarde wordt gehecht aan de opslagruimtes als militair erfgoed. De renovatie van de paviljoenen waarvoor dmvA werd aangesteld, kaderen binnen dit masterplan.
Het natuurlijke landschap heeft een ecologische en esthetische waarde en bestaat uit naaldbossen en patches met een hogere biodiversiteit, waaronder heide. Het militaire landschap wordt gekenmerkt door loodsen, ophogingen en waterbassins die volgens de regels van “de juiste afstand” over het terrein verspreid zijn tussen een netwerk van wegen.
De educatieve en recreatieve laag, die tot uiting komt als jeugdcentrum, gebruikt de eerste twee lagen als onderlegger en omvat een intern en een extern gedeelte. Het interne gedeelte bestaat uit nabijheidsgebieden die ten dienste staan van groepsactiviteiten. Een nabijheidsgebied heeft telkens een paviljoen of kampeerterrein als centrum gecombineerd met een open ruimte voor spel en kampvuur.
Het externe gedeelte van de educatieve laag bestaat uit de middenweg en collectieve voorzieningen zoals het onthaal en de hostel Wadi. De middenweg is de kapstok van het domein en doet dienst als verbinding voor het zachte verkeer tussen de omliggende dorpen.
Het masterplan van Studio Secchi & Viganò analyseert op het domein een gradiënt die aan de westzijde getypeerd wordt door constructies met een expressieve architecturale taal die past bij het meer publieke karakter en die richting het oosten overgaat naar een authentiek militair landschap. Hiervan getuigen het onthaalgebouw aan de westelijke toegangspoort (Erik Wieërs, 2002), ontworpen als imposante maxiloods om groepen te ontvangen en Hostel Wadi (Secchi-Viganò, 2013) dat logeerplekken biedt in een cirkelvormige constructie die volledig opgaat in het groen.
In het midden van het domein zijn de gebouwen sinds de jaren ’80 ingrijpend getransformeerd maar zijn qua ontwerp meer low profile dan de volumes aan de westzijde. Het is binnen deze context dat dmvA Theater en Gebouw 39 heeft gerealiseerd, als ingetogen volumes gebaseerd op de bestaande loodsen. Aan de oostzijde is het militaire landschap het meest voelbaar en authentiek. Hier worden de loodsen gezien als een overdekte en beschermde uitrusting waarvan de schillen intact blijven. In deze zone pakte dmvA Gebouw 27 en Gebouw 30 aan op een restauratieve manier. Daarnaast creëerde dmvA met OMGEVING Vuurplaats B, die binnen het concept van een nabijheidsgebied past met plaats voor een kampvuur en groepsactiviteiten.
Specifics
Opdrachtgever: Departement CJM
Locatie: Kasterlee
Realisatie: 2017 – 2022
Ontwerpteam: Tom Verschueren, David Driesen, Eva Vanderborcht, An-Sofie De Backer
Ingenieur Stabiliteit: Archimedes
Ingenieur Technieken: Archimedes
Fotografie: Stijn Bollaert
Gebouw 39
Gebouw 39
Het bestaande paviljoen werd wegens haar slechte bouwfysische staat afgebroken en er werd een nieuwe verblijfsaccommodatie gecreëerd voor groepen met 20 vaste slaapplaatsen. Er werd getracht het nieuwe gebouw te ontwerpen naar eenzelfde logica waarmee de militaire gebouwen ontworpen zijn, rekening houdende met de hedendaagse technieken en functionele eisen. Het gebouw werd daarom opgevat als een shelter waaronder het paviljoen werd gebouwd. Deze shelter werd gerealiseerd in vezelcement golfplaten in lijn met het materiaalgebruik op het domein. De buitenzijde werd afgewerkt met prefab betonpanelen met het oog op functionaliteit en robuustheid met een belijning en ritmering van raamopeningen die refereert naar de opbouw van de militaire loodsen. Het buitenschrijnwerk werd uitgevoerd in hout.
De vier slaapkamers van het paviljoen worden aan weerszijden van de centrale leefruimte georganiseerd. Door grote raampartijen aan noord- en zuidzijde zoekt de leefruimte maximaal contact met de middenweg en de omgevende natuur. De slaapruimtes worden per twee georganiseerd met telkens vier stapelbedden en integraal toegankelijk sanitair. Aan één van de twee slaapplaatsen wordt telkens een mezzanine boven het sanitair gekoppeld die flexibel gebruik toelaat.
Theater
Het gebouw Theater behelst een grote multifunctionele ruimte die kan gebruikt worden voor een muziekuitvoering, een dansvoorstelling, een receptie, een vergadering… Het is een uniek bakstenen project waarbij de geschiedenis van de Hoge Rielen zichtbaar is aan de hand van verschillende soorten metselwerk. Zo komt de oorspronkelijke militaire fase tot uiting in de stalen frame met invulmetselwerk in een halfsteens verband en is de start van de pedagogische fase in de jaren ’80 zichtbaar door het metselwerk in een wild verband (de bijgebouwde schouw). De uitzuivering en het behoud van die historische leesbaarheid was een belangrijk uitgangspunt bij het ontwerp van de reconversie. In functie van het gevraagde programma zijn er extensies toegevoegd die uitgevoerd zijn in een gelijmd stapelverband en zo een nieuwe tijdslaag creëren. In lijn met de toegevoegde schouw die op de middenweg staat, zijn de extensies sculpturaal opgevat waarbij de loods niet meer als een gesloten doos wordt gezien, maar er contact wordt gezocht met de omgeving en de middenweg. Deze interactie wordt versterkt door het creëren van openingen in de zuidgevel en de schouw. Aan alle kanten van de polyvalente zaal is een gordijnenrail geplaatst die in het midden van de zaal uitmondt in een cirkelvormige rail. Zo kunnen de gebruikers de sfeer en de daglichttoetreding van de zaal zelf bepalen naargelang de functie en de noden, wat de flexibiliteit en de polyvalentie van de zaal bekrachtigd.
Vuurplaats B
Vuurplaats B
De kampvuurplaats werd ontworpen in samenwerking met OMGEVING landschapsarchitecten. De bestaande vuurplaats, die niet meer was dan een geblakerd stuk grond, werd omgevormd tot een vaste kampvuurkring met 180 zitplaatsen. Ze vormt een deels verheven, deels verzonken kring in het open landschap. De toegang waarin de zitranden verdwijnen, is centraal toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Aan de helling is een berging voorzien in roestvast staal waarin een kruiwagen geborgen kan worden voor de aanvoer van het brandhout.
Gebouw 27
Gebouw 27
Gebouw 27 is een goed bewaarde militaire loods die vandaag wordt gebruikt als uitvalsbasis voor het klimbos. De buitenschil werd met een restauratie-attitude gerenoveerd en binnen werd een tribune, bergruimte en sanitair voorzien ter ondersteuning van het avonturenparcours. dmvA ontwierp een klimelement, geplaatst over het talud rondom het gebouw, als tussenschakel tussen de loods waar initiatieles wordt gegeven en de toren die naar het klimbos leidt. De constructie bestaat uit gele staalplaten en is zo reversibel mogelijk gemaakt door ze enkel aan de funderingszolen te verankeren. Aan de zuidgevel van het gebouw werden twee gele schuifpoorten voorzien, corresponderend met het klimelement.
Gebouw 30
Gebouw 30
Deze loods bleef bewaard in zijn oorspronkelijke vorm en wordt getypeerd door een staalframebouw met rood metselwerk en vezelcementen golfplaten. Aangezien deze loods in de oostzijde van het domein ligt, werd voor een restauratieve aanpak gegaan met minimale ingrepen. Het gebouw vormt voor de naastgelegen kampeerplaats een shelter om te spelen, eten, slapen of koken. De buitenschil werd gerenoveerd en voorzien van nieuwe rode nooddeuren in de kopse gevels.
GC Elzenhof
GC Elzenhof
Elzenhof is gelegen in Elsene, een Brusselse gemeente net ten zuiden van het stadscentrum. Het gemeenschapscentrum maakt deel uit van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en fungeert als draaischijf voor de Vlaamse gemeenschap in Brussel. Het is een ontmoetingsplaats waar je terechtkan voor workshops, een cafetaria, bijeenkomsten, kleine theatergezelschappen, muziek en meer. Ook Kind & Gezin heeft er een afdeling.
Elzenhof bestaat uit drie historisch waardevolle herenhuizen die grandeur uitstralen. In de loop van de jaren zijn er in de gebouwen verschillende ingrepen gebeurd om de faciliteiten te verbeteren. De opdracht die dmvA via een wedstrijd toegewezen kreeg, kadert binnen dit stapsgewijze verbeteringsproces.
subtiele interventies, grote impact
Het programma van eisen bestond uit de reorganisatie van de inkomzone, de omvorming van de zolder tot multifunctionele oefenzaal of kunstenwerkplaats, een groot dakterras aan de cafetaria en het connecteren van het centrum met de tuin via een brede ondergrondse trap. De donkere kelder is omgevormd tot een lichtrijke multifunctionele plek die bijvoorbeeld als crèche kan dienen maar evengoed als podium & de trap als tribune. De interventies zijn subtiel maar hebben een grote impact op de werking van het gemeenschapscentrum.
Specifics
Opdrachtgever: Vlaamse Gemeenschapscommissie
Locatie: Elsene
Realisatie: 2011 – 2022
Ontwerpteam: Tom Verschueren, David Driesen, Gert-Jan Schulte, Lukas Versteele, Rob Naulaers, Ine Papen
Ingenieur Stabiliteit: ASB
Ingenieur Technieken: Boydens Engineering
Fotografie: Goedele De Wilde
Schaal: 2800 m²
Herbestemming site Mispelters
Herbestemming site Mispelters
Gelegen in het hart van Mechelen, kent site Mispelters een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1588, toen het een kloosterpand van het Bethaniëklooster was. In 1810 werd het een brouwerij genaamd ‘Den Posthoorn’, waarbij de vier aparte gebouwen samengevoegd werden tot één functioneel geheel. Later huisvestte er de kantoorwinkel ‘New Mispelters’ gedurende 70 jaar. Na de sluiting van de kantoorwinkel in 2019 werd de site opgedeeld en verkocht aan 2 opdrachtgeveers die samen de ambitie uitspraken om er gezamenlijk 1 gemengd stedelijke inbreidingsproject van de te maken, bestaande uit een stadswoning, appartementen, commerciële ruimten en het kantoor van dmvA.
De site bevindt zich op de hoek van de Sint-Katelijnestraat en de Oude Beggaardenstraat vlak bij de Sint-Romboutskatredraal en naast het Prinsbischoppelijk paleis. De Sint-Katelijnestraat is één van de belangrijkste toegangswegen tot de stad Mechelen. Kenmerkend voor de Sint-Katelijnestraat is de aanwezigheid van tal historische ‘diephuizen’ en ‘breedhuizen’.
Bij aanvang van het ontwerpproces werd een historisch analyse gemaakt van de site. Historische afbeeldingen en het oude vlietenplan van de stad Mechelen brachten de aanwezigheid van een oude (overwelfde) vliet langsheen de site aan het licht. Deze vliet leidde tot het stedenbouwkundig concept van het project. Weinig waardevolle en nietszeggende achterbouwen werden afgebroken en moesten plaats ruimen voor een gemeenschappelijke binnentuin naast de vliet. De semi-publieke ruimte stimuleert het sociale contact tussen alle bewoners van de site en werkt als een katalysator voor de ganse site.
Op architecturaal niveau werden de 4 verschillende gebouwen, die in het verleden zowel fysiek, uitwendig als functioneel met elkaar verbonden werden, terug in ere hersteld tot 4 autonome unieke entiteiten met elk hun eigen architecturale uitstraling. Het Diephuis werd terug getransformeerd naar een woning. Het Breedhuis werd omgevormd tot een commerciële ruimte met 2 woontiteiten. Het hoekgebouw, genaamd Drijhoek, huisvest het nieuwe kantoor van dmvA terwijl het Pakhuis in zijn industriële glorie werd hersteld en omgevormd werd tot parking en 2 loftwoningen.
Om de toekomstbestendigheid van de site te verzekeren werd achter het historische Diephuis en Breedhuis een langgerekt nieuw bouwvolume in eenvoudige baksteenarchitectuur toegevoegd. Deze uitbreiding herbergt niet alleen de privatieve buitenruimten van de woonenteiten maar ook een nieuwe gemeenschappelijke traphal en lift, die gedeeld wordt met het kantoor van dmvA. Hierdoor kunnen toekomstige functiewijzigingen eenvoudig worden opvangen.
De historische koetsdoorgang van het Breedhuis, typisch voor stedelijke huizen uit de 17e en 18e eeuw, werd in ere hersteld en fungeert nu als gemeenschappelijke entree voor het Diephuis en Breedhuis.
Diephuis en Breedhuis
Het Diephuis – wonen naast een vliet
Het Diephuis is een traditioneel woningtype dat vanaf de late middeleeuwen (14e en 15e eeuw) veelvuldig werd toegepast in Vlaamse en Nederlandse steden. Kenmerkend is de smalle gevel langs de straatzijde en de diepe, langgerekte plattegrond op vaak smalle kavels. Naast een diephuis betreft het ook een klokgevel: een geveltype dat vooral in de 17e en 18e eeuw populair was, waarbij de top van de gevel een gebogen, klokvormige omtrek heeft. Dit Diephuis, gelegen langs de vliet werd uitgebreid met een klein nieuw volume alsook met een zwevend terras op de verdieping.
Het Breedhuis – commerciële ruimte en 2 loften
Het Breedhuis is een woningtype dat vooral vanaf de 16e eeuw opkwam, toen bredere kavels en representatieve gevels meer in trek kwamen. In tegenstelling tot het diephuis heeft het een brede gevel en een relatief ondiepe plattegrond. Karakteristiek voor het Breedhuis zijn de opbouw van vloeren doormiddel van moer- en kinderbalken. De 17de eeuwse dakstructuur met eiken kapspanten werd integraal behouden en gerestaureerd. Het Diephuis en herbergt twee appartementen met een commerciële ruimte op de begane grond.
Drijhoek
Drijhoek – nieuw kantoor dmvA in dialoog met de stad
Het hoekgebouw werd heropgebouwd na de eerste wereldoorlog als een pakhuis bestaande uit betonnen vloeren ondersteund door een betonskelet van kolommen en balken. Het gebouw had oorspronkelijk geen aparte verticale circulatie. Om het gebouw terug autonoom te kunnen laten functioneren werden enkele ingrepen doorgevoerd. De bestaande kruipkelder werd omgebouwd en uitgebreid tot een volwaardige kelder met technische ruimte en sanitair. Een betonnen wand met een rechte steektrap verbindt alle verdiepingen en leidt tot het nieuwe toegevoegde dakterras. Elke verdieping heeft een eigen karakter, waardoor de circulatie aanvoelt als een promenade architecturale waarbij je telkens in een nieuwe sfeer terechtkomt.
De kelder vormt een ingetogen, eerder beschouwende ruimte.
De gelijkvloerse verdieping wordt gezien als de (stad)huiskamer van het gebouw: een lichtrijke, uitnodigende plek die niet allen gebruikt wordt als lunch- en ontspanningsruimte, maar ook flexibel ingezet kan worden als expositieruimte of vergaderruimte. Grote nieuwe boogramen stimuleren stad en architectuur.
Op de eerste verdieping bevindt zich een open atelierruimte.
De tweede verdieping biedt plaats aan twee kantoorruimtes en vergaderzalen rond een patio die licht en groen binnenbrengt.
Het dakterras ten slotte biedt uitzicht op de Sint-Rombouts toren en vormt een aangename plek voor lunchpauzes en ontspanning.
Het Pakhuis
Het Pakhuis – loftwoningen en parking
Het Pakhuis, gelegen aan de Oude Beggaardenstraat, biedt een gemeenschappelijke parkeerruimte voor alle entiteiten en twee lofts. De voormalige industriële ruimtes werden hierbij omgevormd tot loftwoningen.
Vliet
Het openleggen van de vliet kadert binnen de visie van de Stad Mechelen om terug meer water in de stedelijke morfologie te brengen. Tijdens de bouwwerken werd bovendien het oude “Hoornbrugje” teruggevonden, een historisch element dat geïntegreerd wordt in het project en dat verwijst naar de rijke geschiedenis van de plek.
Hergebruik is de hoogste vorm van duurzaamheid. Site Mispelters is dan ook een schoolvoorbeeld hoe duurzaam een binnenstedelijk project kan zijn.
Specifics
Opdrachtgever: dmvA
Locatie: Mechelen
Ontwerpteam: Tom Verschueren, David Driesen, Dries Delagaye, Kobe Garmin en Milan Meeuse
Fotografie: Sergio Pirrone
House ME
House ME
Na de oorlog breidde de stad Antwerpen zich uit in de vorm van tuinwijken met bakstenen woningen, typerend voor die tijd. Dit project maakt deel uit van een nieuwe kleine verkaveling, gelegen in het midden van een met bomen omzoomde straat in zo’n tuinwijk te Mortsel.
De opgave bestond erin om binnen een strak budget een woning te realiseren die inspeelt op de karaktervolle, bakstenen omgeving, maar tegelijk een hedendaagse identiteit uitstraalt. Het project moest bovendien twee functies samenbrengen: een woning en een licht, ruim atelier. Belangrijk daarbij was deze op een intelligente manier met elkaar te verweven zonder aan privacy in te boeten.
Het architecturale concept speelt in op de omliggende (sub)urbane bakstenen context en verzekert een continuïteit, terwijl het tegelijkertijd een sterke eigentijdse identiteit behoudt. Het gebouw heeft uniforme gevels in oranje-rode baksteen, gemetseld in halfsteens verband, die speelt met diepte.
De zuidgevel introduceert diepte, ritme en orde door een repetitie van baksteentraveeën, die voor een spel van schaduw en gefilterd licht zorgt.
De westgevel vertaalt deze vormentaal in diepliggende houten ramen, omlijst en gestructureerd door een repetitie van houten stijlen.
Wat betreft programma is het hybride project ontworpen voor een intelligent gebruik van de site door twee verschillende, maar met elkaar verbonden functies te dienen: een woning en een atelier. Terwijl het atelier op de tweede verdieping bereikbaar is via een betonnen wenteltrap, kunnen de functionele en harmonieuze woonfuncties op de eerste twee verdiepingen desgewenst ervan gescheiden worden. Zo balanceert het project tussen privacy en openheid, zowel tussen de twee functies als tussen binnen en de buitenomgeving.
De eerlijkheid en consistentie van materiaal en detaillering zet zich binnen voort met snelbouwmetselwerk in het zicht, zichtbetonnen elementen en houten interieurelementen.
Specifics
Opdrachtgever: EM
Locatie: Mortsel
Realisatie: 2023-2025
Ontwerpteam: David Driesen, Tom Verschueren, Dries Delagaye
Fotografie: Bart Gosselin
Schaal: Woning + atelier

















































